Één heel jaar lang zullen we elke dag een bijzondere Hoya in de spotlights zetten. Vandaag beginnen we met de allereerste. Elke Hoya is uniek op zijn eigen manier. Sommige hebben indrukwekkende bladeren en bij andere gaat het juist om de fraaie bloemen. Maar waar is dit nu allemaal mee begonnen? Velen van jullie kennen waarschijnlijk wel de Hoya carnosa uit hun jeugdjaren. Die grote groene plant in de hoek bij opa en oma. En als hij dan in bloei was, verspreide hij een zoete geur door de hele kamer heen. En de opvallende plakkerige druppels op de bloemen hebben ook vast heel wat mondjes gevuld ;)
Maar waarom gaat nummer 1 dan over de simpele H. carnosa, die is dan toch niet meer bijzonder? Dat klopt helemaal. Deze prachtige Hoya is namelijk al meer dan 200 jaar onder ons. De Hoya carnosa is bijzonder door zijn verhaal. De Historie van deze Hoya is misschien wel het meest indrukwekkende van alle Hoya's die er zijn. Ik ben voor jullie de geschiedenis ingedoken en heb in de oudste archieven gezocht naar informatie en beeldmateriaal. Ga er even goed voor zitten, want ik kan je nu al vertellen dat deze 1e editie een uitgebreide gaat zijn en mogelijk in meerdere delen wordt gepubliceerd. De volgende edities zullen een stuk korter zijn. De bedoeling is een kort verhaal, maar 200 jaar kan ik niet in een paar alinea's vertellen met alle informatie die ik heb gevonden.
We gaan terug naar het jaar 1781. Carl Linnaeus beschrijft de Asclepias carnosa in het blad ‘’Supplementum Plantarum’’ Dit is een bijzondere gebeurtenis. Linnaeus beschrijft de planten voor het eerst volledig op basis van binominale nomenclatuur (2 namen). Tegenwoordig wordt deze eerste uitgave gezien als het startpunt van de binominale nomenclatuur. Bepaald door het Internationaal Botanisch Congres van Wenen in 1905. Alle namen die vóór 1781 gebruikt zijn, tellen daarom niet mee. Ook niet als ze al beschreven waren met 2 namen. (familie + species)
Linnaeus stief In 1778. Zijn zoon heeft het werk nog 5 jaar lang kunnen voortzetten, tot hij ook stief. De weduwe van Linnaeus verkocht de boeken, manuscripten en specimina aan Sir James Edward Smith. In 1788 heeft Smith samen met Joseph Banks de Linnean Society of London opgericht waar alle werken van Linnaeus zijn ondergebracht.
Gelukkig wordt in 1805 door J. Sims een 'fellow' (lid) van de Linnean Society een her-publicatie gedaan in het Curtis Botanical Magazine zelfs met een illustratie. Er wordt geschreven over een zeer zeldzame plant van oorsprong afkomstig uit China. Maar ze weten het niet zeker. Er word zelfs gedacht aan een nieuw geslacht. Misschien een Stapelia of de Loureiro (ik moest het opzoeken, dit is een druifsoort) als je het stuk leest, is het wel duidelijk dat ze 200 jaar geleden geen flauw idee hadden wat ze in handen kregen. Hij werd daarom onder dezelfde naam Asclepias carnosa gepubliceerd.
In 1810 wordt deze Asclepia herkend door R. Brown. En beschreven als Hoya in Prodromus Florae Novae Hollandiae et Insulae van Diem . Dit is ook hoe we hem in veel verhalen terug vinden. Echter als we kijken naar wanneer deze daadwerkelijk gevonden is, dan is dit in het jaar 1781 door Linnaeus. En misschien nog wel eerder. Echter heeft hij bijna 30 jaar later pas de juiste naam gekregen. Vroeger was het natuurlijk een stuk moeilijker om informatie uit te wisselen.
Het heeft dan ook even geduurd voordat iemand de plant herkende als Hoya. Je zou daarmee denken dat we klaar zijn met onze zoektocht, maar dit is pas het prille begin van alle ellende die nog gaat volgen.
1 jaar later wordt door Jacquin een nieuwe plant beschreven als Schollia crassifolia. Hij deed dit in het Eclogae Plantarum Rariorum in 1811. Een prachtige illustratie is toegevoegd van de Schollia crassifolia. Rechts onderin is een zeer gedetailleerde ontleding te zien van de bloem.
In 1819 wordt deze Schollia crassifolia herkend door Haworth en hij ziet direct dat het een Hoya is, pakt vluchtig veer en inkt en schrijft een her-publicatie als Hoya crassifolia in hetzelfde tijdschrift. Dit is vrij bijzonder, omdat er niet veel soorten Hoya's in omloop waren. Hoe kan het dat hij deze Hoya niet herkende als de eerder gepubliceerde carnosa? De illustraties zijn duidelijk.
Het zit er alweer op. Je bent aangekomen bij het einde van het eerste deel. Ik ben natuurlijk erg benieuwd wat je er van vindt. De volgende editie is voor de Nederlandse lezers interessant. We gaan namelijk informatie halen uit archieven die in het oud Nederlandsch zijn geschreven. Maar voor deze bijzondere Hoya gaan we verder in nummer 2 van #365DaysofHoya Weet jij al om welke Hoya het gaat? Haal je beste Latijnse kennis uit de kast en het volgende oude archiefstuk zal het doen verraden ;) (naam verwijderd)
Heel interessant! :)